Bij carpaal tunnel syndroom (CTS) is er een beknelling van een zenuw bij het polsgewricht, de nervus Medianus. Deze zenuw loopt van de onderarm naar de hand en kan bekneld raken als gevolg van een zwelling in de carpaal tunnel. De carpaal tunnel kan geïrriteerd raken en opzwellen door overbelasting van de hand, polsletsel of wanneer het lichaam vocht vasthoudt, bijvoorbeeld als gevolg van zwangerschap of ziekte. Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 5 procent (!) van de Nederlandse bevolking lijdt aan CTS.

Voor het aanvangen van de behandeling met de Phystrac nemen wij altijd eerst een uitgebreide anamnese af en vullen dit aan met een lichamelijk onderzoek. Pas wanneer wij overtuigd zijn dat CTS de oorzaak van de tintelingen in uw handen is, dan voeren wij met behulp van een vragenlijst een beginmeting (baseline meting) uit. Deze meting herhalen wij ter evaluatie halverwege de behandelperiode en na twaalf behandelingen voor de beoordeling van het eindresultaat. Wanneer er na zes behandelingen op de Phystrac onverhoopt geen effect opgetreden is, dan stoppen wij met behandelen aangezien er geen verder effect te verwachten is. Er bestaat dan altijd de mogelijkheid om met andere interventies de behandeling voort te zetten. U kunt hierbij denken aan spalken, manuele therapie, mobiliseren van de zenuw, oefentherapie en fysiotherapie. De hierboven genoemde interventies zijn van toepassing. wanneer de obstructie van de zenuw niet in de carpale tunnel blijkt te zitten.